De eerste vraag die ik me zelf altijd weer stel is: “Is het een sprinkhaan of een krekel?” Volgens mij is het een sprinkhaan, maar welke? Het zou de bruine sprinkhaan kunnen zijn. Veel soorten lijken erg veel op elkaar en zijn moeilijk uit elkaar te houden. Bijna alle sprinkhanen zijn bruin of groen. Ze hebben soms prachtige namen zoals Snortikker, Krasser, Locomotiefje en Zompsprinkhaan. Al deze soorten zijn bijna niet uit elkaar uit te houden, vooral ook omdat ze allemaal verschillende kleuren kunnen hebben: groen, bruin of allebei. De echte deskundigen onderscheiden ze vooral door hun “zang”. De zang van de bruine sprinkhaan is heel gemakkelijk te herkennen: zeer korte “zzz”-tonen (van minder dan één seconde), die elke 2 tot 4 seconden wordt herhaald. Het diertje wordt ook wel het tandradje genoemd.
Ook de ratelaar komt veel in tuinen voor. Hij is nauwelijks te onderscheiden van de bruine sprinkhaan, want hij ziet er bijna hetzelfde uit. Het geluid dat hij maakt is echter geheel anders: hij zingt veel luider, het klinkt een beetje metaalachtig en elke tsjirp duurt tenminste 2 tot bijna 3 seconden, eindigt zeer plotseling en het zijn er bijna altijd drie achter elkaar. Net als de vorige soort houdt ook de ratelaar van zandgrond of andere sterk waterdoorlatende grondsoorten en droogte. In droge, warme zomers zijn er aanzienlijk meer dan in koelere, vochtiger zomers.
De ratelaar dankt zijn naam aan het geluid dat geproduceerd wordt om vrouwtjes te lokken. Mannetjes bereiken een lengte van 13 tot 16 millimeter, de vrouwtjes zijn 16 tot 23 mm lang. De ratelaar is bruin en soms groen tot geel van kleur, de bovenzijde van de achterlijfspunt is vaak -maar niet altijd- rood gekleurd. De voelsprieten zijn ongeveer de helft van de lichaamslengte, de voelsprieten van vrouwtjes zijn korter. Op de kop en borststuk zit een zandlopervormig halsschild met in het midden een dunne plooi. De ratelaar heeft ook vleugels waarmee een eindje gezweefd kan worden na een sprong zodat hij verder weg kan komen bij verstoring. Onder de vleugels is op het achterlijf een lichtere bandering te zien, de verbrede dijen hebben kleine ribbeltjes waarmee tegen harde delen van de vleugel wordt gestreken en dit geeft een luid ratel-achtig geluid waaraan de soort te herkennen is. Hiermee lokt de sprinkhaan het andere geslacht. Er zijn namelijk andere soorten sprinkhanen die in hetzelfde gebied leven en er bijna hetzelfde uitzien, maar veel minder geluid maken, zoals de bruine sprinkhaan. De ratelaar is algemeen in grote delen van Europa. In Nederland ontbreekt de ratelaar in het uiterste noorden en noordwesten. De soort is niet gebonden aan een habitat; van heide tot bosranden en ook op braakliggend terrein midden in de stad, parken, tuinen en wegbermen is deze sprinkhaan algemeen. Als het maar niet te vochtig wordt en er genoeg begroeiing is, want het voedsel bestaat uitsluitend uit planten, voornamelijk grassen.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten