Afgelopen dinsdag was het (buiten de stad) lange tijd
mistig, maar toen ik tegen de middag bij De Wiershoeck kwam scheen de zon en
was het heel aangenaam voor de tijd van het jaar. Zowel op de tuinen van De
Wiershoeck als op de Kinderwerktuin heb ik geen insect gezien. Het aantal nog
bloeiende planten is gering en de meeste bloemen zijn niet echt mooi meer. Ik
moest dus weer op zoek naar een ander onderwerp voor mijn bijdrage aan
Beijumnieuws.
Op een stuk hout van de omgezaagde populier zag ik een tweetal kleine/jonge paddenstoelen, ze waren
ongeveer 1 cm hoog. Oppervlakkig gezien zou het de gewone zwavelkop (ook wel
dwergzwavelkopje genoemd) kunnen zijn. De kleur van de gewone zwavelkop is
zwavelgeel met een oranjebruin centrum.
Maar de plaatjes aan de onderkant van de hoed zijn bij de
gewone zwavelkop geelgroenig en bij het ouder worden donkerbruin. De plaatjes
van het gefotografeerde paddenstoeltje zijn erg licht.
De tot 10 cm lange en nauwelijks 1 cm brede steel van de
gewone zwavelkop is zwavelgeel met een zwakke ringzone en aan de voet
oranjebruin. De hoed heeft een doorsnede van 2-6 cm.
De steel van de gefotografeerde paddenstoel is lichtgeel
(zwavelgeel?) en aan de voet oranjebruin, maar heeft geen zichtbare ringzone.
Bij een jonge paddenstoel is in het begin de hoed nog gesloten om de lamellen
(plaatjes) te beschermen. Een vlies verbindt dan de hoedrand met de steel. Als
de paddenstoel groeit gaat de hoed open en vaak blijven er resten van het vlies
als een kraag (ring) op de steel achter. Dit is de ringzone, maar op de foto is
geen kraag te zien.
De gewone zwavelkop is, van het voorjaar tot in de herfst,
te vinden op stronken en liggende boomstammen van loof- en naaldbomen in bossen
en plantsoenen. De vruchtlichamen groeien vaak in dichte bundels. Het is een
saprofiet (opruimer van dood materiaal). De paddenstoel smaakt bitter en is
zeer giftig, dat heb ik echter niet gecontroleerd.
De gewone zwavelkop kan gemakkelijk verwisseld worden met de
eetbare dennenzwavelkop en het stobbezwammetje, maar die zullen het niet zijn. De
dennenzwavelkop groeit in dichte groepen op dood naaldhout en het
stobbezwammetje groeit in dichte groepen op stobben en stronken van eik, els,
berk en wilg.
Deze paddenstoeltjes lijken dan wel op de gewone zwavelkop,
maar of ze het ook zijn? Ik weet het niet. Het is gewoon een leuk plaatje.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten