zondag 28 december 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (215)

Dinsdag een week geleden kreeg ik tijdens onze “winterexcursie” een tak aangereikt met daarop een paar kleine okerkleurige, vreemd gevormde paddenstoelen. “Zet jij ze op de foto, dan zoek ik uit welke paddenstoel het is.” Het op naam brengen was echter nog niet zo eenvoudig, maar voor de geraadpleegde deskundige was het geen probleem. Het bleek een niet alledaagse variëteit van de pijpknotszwam te zijn.

De pijpknotszwam (Macrotyphula fistulosa) is een schimmel die leeft op dode stammen, takken en twijgen van loofbomen, zoals de els en berk, alleenstaand of in groepen, vaak laat in het jaar en is vrij algemeen. De naam fistulosa betekent buisvormige. De soort komt voor in Europa en Noord-Amerika. Het is een saprofiet: levend van dood organisch materiaal. De pijpknotszwam is niet eetbaar.

De “gewone” pijpknotszwam vormt 4 tot 20 cm lange knotsen die slechts enkele millimeters breed zijn, ze zijn dus zeer slank. De toppen van jonge exemplaren zijn licht spits, oudere toppen zijn wat meer afgerond. De steel is mat, okergeel tot roodachtig okerbruin. Het oppervlak is glad tot fijn gerimpeld.

Naast de gewone pijpknotszwam vindt men soms ook opvallend gedrongen, soms slechts 1 centimeter hoge, exemplaren met onregelmatig afgeplatte vruchtlichamen die meestal in bundeltjes groeien. Dit is de vorm Macrotyphula contorta. Eigenlijk blijkt het een “hongervorm” te zijn van de pijpknotszwam. Deze kleine, gedrongen, soms vertakte variëteit komt voor op takjes en twijgen.

De foto links maakte ik dinsdag 16 december. Een week later zocht ik het takje weer op. Ik was benieuwd of de zwammetjes intussen iets waren gegroeid. Dat bleek echter niet het geval, ze waren zelfs behoorlijk afgetakeld (rechts). Via Google zijn tientallen afbeeldingen van de pijpknotszwam te bekijken, veel mooie rechte, maar ook deze “hongervorm”.

(info: SoortenBank.nl, Wikipedia en Annetanne.be)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen: