Op het moment dat de Beijumblogger deze column ‘op het net gooit’ zit ikzelf waarschijnlijk nog net in de trein van Schiphol naar Groningen. Bijna drie weken op mijn Griekse eiland zitten er op, en het is dan altijd ook wel weer lekker om thuis te zijn.
Poes Woef! is goed verzorgd door de buurvrouw, de tuin zal wel weer een beetje een wildernis zijn, de hitte van de afgelopen dagen zit waarschijnlijk nog goed in het huis zelf.
Nou ben ik met de warmte wel wat gewend. Op Tinos, het Griekse eiland waar ik de afgelopen weken gezeten heb, is het in deze tijd van het jaar zo’n 25-30 graden, en ook ‘s nachts koelt het er niet echt af. Vroeger zette ik dan nog wel eens de airco aan, maar je kunt je ritme er ook op aanpassen....gewoon een stapje minder hard lopen, en verstandige keuzes maken. Als strandliefhebber kun je mij meestal vanaf een uur of vier ‘s middags wel een paar uurtjes op mijn ‘vaste koele marmerblok’ vinden: de mansgrote steen, die mijn hele grote lijf gemakkelijk ondersteunt, terwijl de zee op tien centimeter van mij vrolijk voort klotst. Mijn vaste strandje, aan de voet van een kapel gelegen, was ooit een marmergroeve, en veel van dat materiaal ligt er nog steeds klaar om ooit eens gedolven te worden. Zo lang dat niet het geval is lig ik er graag op.
Het enige waar ik altijd goed op moet letten, wanneer ik vanaf mijn parkeerplekje naar mijn strandje loop over een klif van zo’n 700 meter lengte, is een mogelijke aanvaring met een slang. Die zijn er hier genoeg, en ik ben al eens flink geschrokken toen er zo’n eng beest vlak voor me het smalle looppad op kronkelde...sommige van die slangen zijn knap giftig, dus oppassen geblazen.
Maar goed: Tinos is voor dit jaar weer bezocht. Ik heb er een flinke dosis Grieks bijgeleerd. En het velletje is weer behoorlijk bijgekleurd. Nu even Groningen: heerlijk om weer een haring te kunnen happen, met vrienden af te spreken, mijn kleinzonen weer te zien en te genieten van de Hollandse zomer.
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten