Als we de media mogen geloven, dan behoort het terras tot onze eerste levensbehoefte. Toen op 1 juni de terrassen in Nederland weer opengingen slaakte het halve land een zucht van verlichting. We mochten weer… ja, wat mochten we eigenlijk weer? Samen gezellig dicht op elkaar op een terrasje zitten was, behalve als je dat in gezinsverband deed, nog verboden. Het nieuwe normaal, weet u nog wel? Weer een wijntje in de zon? Een wijntje, dat overigens vaak van abominabele kwaliteit is en dat het glas meestal nog niet voor de helft vult.
Ik heb eens geweldige stennis staan maken met een medewerker van een café in de binnenstad, waar ik met een vriend op een mooie zomerse middag aan het einde van ons werkdag voor ons beiden een glas rosé bestelde. We kregen een middelgroot glas, dat nog niet eens voor 1/3 gevuld was, voor de schaamteloze prijs van welgeteld € 3,75 per glas. Toen ik opmerkte dat ik voor dat bedrag dezelfde zeer middelmatige rosé per fles bij de drankensuper kon kopen was de medewerker ‘not amused’. Er ging echter geen drup extra bocht bij, waarop ik hem luidkeels vertelde dat ik vanaf dat moment aan ieder die het maar horen wilde zou vertellen dat je zeker niet bij dit café moest gaan zitten, ook al hadden ze nog zo’n mooie beschutte binnenplaats met terras.
Het terras als eerste levensbehoefte. Ik gun het alle lezers van deze blog, maar zelf zal ik er voorlopig nog geen gebruik van maken. Niet uit vrees voor besmetting met Covid-19 maar vooral omdat ik de Nederlandse terrassen - gemiddeld gesproken - zwaar overschat vind. In een land als Griekenland krijg je een halve liter koel bier (in een fles), mét lekkere zoutjes of andere hapjes erbij, voor € 2,50. En voor een eenvoudige maar lekkere wijn betaal je ongeveer hetzelfde bedrag, maar dan wél voor een karaf van ¼ liter. Ergens moet er in Nederland iemand erg rijk worden van onze ‘eerste levensbehoefte’, denk ik dan.
Bij de Duitse super in Beijum-Oost kwam ik onlangs langs het wijnvak. Meestal loop ik daar aan voorbij, omdat ik de voorkeur geef aan een zuidelijke Italiaan bij die andere Duitse super L, in Beijum-West. Maar goed: de A. had een aanbieding van een ook uit de hak van de Italiaanse laars afkomstige Negroamaro, en die wilde ik wel eens proberen. Voor iets meer dan de prijs van een glas rood bocht op een gemiddeld café-terras bleek ik een fles voortreffelijke, volle en zeer geurrijke wijn gekocht te hebben.
Petje af voor de wijninkopers van A! En dat petje doe ik af op….mijn eigen tuinterras!
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten