Van
boeskooldorp tot bloemkoolwijk
Het bijzondere
dorp dat Beijum heet.
Al in de
middeleeuwen lag op de huidige locatie van onze wijk het dorp Beijum,
vermoedelijk genoemd naar een zekere Hendrick Beijen. Beijum was tot
1475 een zelfstandige parochie met een eigen kerk. Daarna werd Beijum
onderdeel van de parochie Zuidwolde. In de zestiende en zeventiende
eeuw stond in Beijum zelfs een heuse borg, het Huis te Beijum. In de
loop van de achttiende eeuw ging het minder goed en uiteindelijk
waren nog maar enkele boerderijen overgebleven. Het buurtschap Beijum
maakte met Zuidwolde deel uit van de gemeente Bedum.
In 1875 werd de
Beijumerweg aangelegd tussen Zuidwolde en Noorderhoogebrug. Rond
diezelfde tijd begonnen de boeren in Zuidwolde en Beijum witte, rode
en savooiekool te verbouwen – samen ‘boeskool’ genoemd. Beijum
bleef nog vele jaren een oase van rust, tot in 1969 de stad Groningen
Noorddijk, Noorderhoogebrug en Beijum annexeerde. Dat gebeurde in het
kader van stadsuitbreidingsplannen. Acht jaar later werd de eerste
paal geslagen voor de nieuwe woonwijk Beijum.
Beijum is een
zogeheten ‘bloemkoolwijk’ – ingericht op een manier die
populair was tussen 1970 en 1985. Autoverkeer wordt zo veel mogelijk
over een ringweg geleid, er is veel groen en er zijn veel woonerven.
Vanwege het grillige stratenpatroon zijn bloemkoolwijken enigszins
berucht. Toen ik nog studeerde – lang, lang geleden – wilde ik
eens op bezoek bij een studiegenoot die in Beijum woonde, maar na een
halfuur zoeken keerde ik onverrichterzake terug naar de binnenstad.
Google Maps en smartphones hadden we toen nog niet, en er hingen ook
nog geen handige bordjes met huisnummers en pijlen.
Dat was vroeger.
Inmiddels bestaat Beijum alweer bijna veertig jaar. De wijk heeft
zo’n 13.000 inwoners en is daarmee de grootste wijk van Stad. Toch
is het oude buurtschap niet helemaal verdwenen: de Beijumerweg is er
nog, net als een aantal boerderijen. Zou het daarmee te maken hebben
dat Beijum nog altijd niet voelt als ‘stad’, maar meer als een
groot dorp aan de rand van Groningen?
Stad staat voor
grootschalig, anoniem en onpersoonlijk. Voor asfalt, flatgebouwen en
beton. Maar Beijum heeft de menselijke maat altijd weten te behouden.
Als ik door de wijk loop of fiets, ontmoet ik vrijwel altijd een of
meer bekenden. Wanneer het voorjaar nadert, word ik ’s ochtends
gewekt door zingende merels, zanglijsters en luidruchtige
weidevogels. Een maand of wat later kunnen we genieten van
kikkerkoren en scharrelt af en toe een egeltje door de tuin. Op zulke
momenten ben ik blij dat ik mag wonen in het bijzondere dorp dat
Beijum heet
Nathan Brinkman
(Nathan heeft een tekstbureau genaamd de Groene Draak en schrijft en redigeert voor wijkkrant De Beijumer)
(Nathan heeft een tekstbureau genaamd de Groene Draak en schrijft en redigeert voor wijkkrant De Beijumer)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten