maandag 9 september 2019

COLUMN UIT LEWENBORG (153)



Back home
Op de avond voordat ik met ontslag zou gaan, wat ik op dat moment nog niet wist natuurlijk, begaf mijn tweede infuus het. Het ding lekte aan alle kanten, toch moest er een nieuw infuus geprikt worden volgens de verpleegkundige om de antibiotica toe te dienen. Eerst ging ze het zelf doen. Nou, dat heb ik geweten zeg! Mis geprikt, dikke bult op mijn rechterhand van ongeveer het formaat van een bonket, je weet wel de baas van de knikkers vroeger. 
Ja, je ader sprong opeens weg,’ zei ze, ‘ik roep er even de prikkers van de intensive care bij, die kunnen dat veel beter dan wij.’
‘Is goed,’ zei ik en wachtte geduldig af.

Met drie man sterk kwamen ze aan in hun groene pakjes, ik schoot er ongewild van in de lach. Het zal vast de oxycodon zijn geweest die dat veroorzaakte. Twee vrouwen en een man. Meneer begon na uitgebreid te hebben gevoeld, geklopt en geschud te hebben met mijn linkerhand, te zeggen: ‘Deze ader wil ik wel even proberen.’ Waarop ik zei: ‘Het stadium van proberen zijn we toch al wel voorbij hé?’ De twee andere vrouwen keken elkaar eens aan en nadat zij ook een uitgebreid voel, klop en schudsessie hadden gedaan werd er geprikt in mijn linkerhand. Autsss, helemaal mis en heb nu twee blauwe handen.
‘Is het dan zo moeilijk om mij te prikken?’ vroeg ik nu toch wel lichtelijk geïrriteerd.
‘Ja, je aders liggen ver weg en het buisje wat erin moet kunnen we niet ver genoeg opgeschoven krijgen, we halen er nu de beste prikster van het ziekenhuis bij.’
Opluchting…helaas van korte duur. De beste prikster kreeg het ook niet voor elkaar en na nog eens drie pogingen, gaf ook zij het op. Bellen met de uroloog, die mij de kuur voorschreef in pil vorm. Beter vond ik, want dan had ik er ’s nachts ook geen last van.
De volgende ochtend stond het hele artsencabaret om mijn bed en werd besloten dat ik naar huis mocht met de pilvormige kuur. Blijdschap, want oh.. wat had ik mijn beestjes gemist. Voor onderweg kreeg ik nog een kortdurend werkende oxycodon, wat me redelijk pijnloos thuisbracht. De langdurige was gelukkig al uitgewerkt. Man, wat was ik daar van in de zwevende hemel.
Nou goed, bij thuiskomst de hond en kat helemaal door het dolle. Die nacht geen oog dicht gedaan, omdat mijn meneer (Micky de ‘jeweetwel’ kater) ieder uur wilde knuffelen met mij. Beneden opsluiten was en is geen optie aangezien hij een echte heuse kater mauw kan voortbrengen en krabben als een tijger aan de deur tot je er stapelgek van wordt. Dus wie is hier de baas in huis?
Een goede vriend van mij die als taxi fungeerde had besloten om bij mij te blijven tot ik me weer wat beter voelde. Echter na de nodige koffie in de ochtend, ging hij actief aan de gang om het achterstallige schoonmaakwerk e.d. te doen. Uiteraard ging ik ook even helpen om wat spullen op te ruimen en de post uit te zoeken, aangezien ik geen zittende kont heb. En juist dat was blijkbaar niet goed, want ik kreeg het plots steenkoud, alsof je in een freezlab ligt. Temperatuur gemeten, veel en veel te laag. Duizelig, misselijk, ziekenhuis gebeld en meteen naar de huisarts de ontstekingswaarden te meten. Godzijdank waren die gezakt, echter kreeg ik wel op mijn kop toen ik vertelde wat ik die ochtend had gedaan. In mijn ogen stelde het niet veel voor, alleen de huisarts dacht daar anders over en vertelde dat mijn lichaam een enorme dreun had gehad en (bed)rust nodig had. Nadat ik me daaraan had overgegeven, besefte ik het ook pas echt. Ik bedoel maar, in de nacht 10 uur slaap en in de middag zo een uur of twee á drie.

En man, wat ben ik dan toch eigenlijk een gezegend mens met échte goede vrienden om me heen. De één doet de hond, de ander huishouden, de ander boodschappen en dan de ander kookt. Je zou maar geen mensen om je heen hebben, dan ben je toch mooi in de aap gelogeerd. Of niet dan? Stel je toch voor. Nee, ik ben blij en trots op de mensen die er voor mij zijn.
Zijn jullie ook in zo’n bevoorrechte positie?
Deze column was een vervolg op die van vorige week, mede om jullie op de hoogte te stellen omtrent mijn gezondheid. Ik hoop dat het met mijn medecolumnist Han Borg ook vooruit zal gaan in Hotel Hartslag.
Bij de volgende column ga ik weer over op de orde van de dag. Nieuws en/of belevenissen met mijn (ongezouten) mening daarop.
2019©Vlindertje73

1 opmerking:

Marjan zei

Fijn dat het al wat beter gaat en heerlijk dat er voor je gezorgd wordt. Hopelijk ben je snel weer op de been.