vrijdag 3 september 2021

BEIJUMS STEL GAAT WEER FIETSEN (6;slot)



Terug naar het begin

Tou moar

Soms schrijft een blog zichzelf; dan is er een verhaal dat graag verteld wil worden en enkel nog wacht tot we een pen pakken en gaan schrijven. 

Soms is er wel een verhaal, maar het weigert zich te laten vastleggen, als een paard voor een onmogelijke hindernis. Strafpunten. Een nieuwe aanloop, of om de hindernis heen wanneer de lat echt te hoog ligt. Deze laatste blog van onze bijzondere reis door Europa is er zo eentje. De spanning is voelbaar. Lukt het de ruiter, neemt zijn paard de hindernis of verlaat hij de arena en is het einde oefening?

Franterig

Een beetje ‘franterig’, zo voelen we ons nu we weer thuis zijn. Ach, wat is dat Grunnegs toch een mooie taal denk ik. Waarom zou je meer taal gebruiken wanneer het ook in één woord kan. Zeker wanneer de stemming net niet helemaal wil zijn, zoals je die graag wilt is meer vaak minder. Marike besluit een stukje te gaan hardlopen. Na een uurtje is ze weer thuis. ‘Heb je lekker gelopen?’, vraag ik vanaf mijn luie stoel in onze weelderige tuin. Marike oogt, zoals altijd na 10 km. Kardinger Bos, fris en fruitig. ‘Ja, het was zelfs therapeutisch!’. Ik zet mijn 5 standen stoel een paar tandjes omhoog en vraag nieuwsgierig aan mijn sportieve reisgenote haar ervaring met me te delen. Haar ‘Moet dat hier buiten?’, geeft me het gevoel dat er iets ongemakkelijks te delen valt wat niet direct in de openbaarheid gezegd kan worden. ‘Nou, eh… nee, natuurlijk niet, ik loop wel even met je mee naar binnen’.

De deksel van de pan

Terwijl ze liep kwamen er in gedachten een aantal ervaringen van de afgelopen maanden langs. Ze stort haar hart uit. ‘Ik vond het helemaal k*t’: Kou, nat, plat Nederland, dichte grenzen, weer een rondje, tamme konijntjes ipv wilde Grizzly’s, duinen en heuvels ipv de Rocky Mountains. En mensen, allemachtig wat een mensen in het hoogseizoen en ze zijn allemaal precies waar wij ook zijn. Overvolle campings met blik. Verpeste berggebieden. En dan dat Oostenrijkse pension waar we 3 nachten probeerden te slapen in de vieze, vette keukenwalm recht onder ons. Huilen en lachen tegelijk. Ze moet ongelooflijk om zichzelf lachen en hikt dat ze ook best genoten heeft. Het is alsof ze met haar ontboezeming de deksel van de pan haalt, die nu ongehinderd mag overkoken. Eindelijk!

Stinkende best

De afgelopen dagen, weken, maanden hebben we onze stinkende best voor elkaar gedaan om van onze reis een succes te maken. In wat we doen, de keuzes die we maken, in wat we beleven, ervaren, voelen en in wat we de ander vertellen over onze ervaring. We vertellen elkaar dat het goed is, ons motto is immers: ‘waar we fietsen is de weg’. Daar past geen teleurstelling bij toch? Accepteren wat er (niet) is, niet zeuren, dit gaat nergens over, stel je niet aan, verpest het niet voor de ander, hier hebben we jaren geld en tijd voor gespaard, dit moet een topervaring worden. Dit is de weg, inclusief moeite met acceptatie, teleurstellingen, verlangen, chagrijn én al die mooie intense momenten die er ook waren.

Nieuwe plannen

Zo’n twee jaar geleden maakten we het plan om weer eens een aantal maanden te gaan fietsen. En toen kwam corona. Twintig-twintig ging de wereld op slot.

Nieuw plan: We bleven waar we waren en besloten de reis een jaar uit te stellen.

Nieuw plan! Fietsen rond de Noordzee, beginnen in Nederland en dan door naar Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Schotland, Engeland, België.

Nieuw plan: Begin mei vertrekken we vanuit huis op de fiets met als bestemming thuis. Eind juni hebben we Nederland twee keer gerond. Na ruim 2200 km zijn we terug waar we begonnen: thuis. We mogen niet teleurgesteld zijn van onszelf, dus dat zijn we dan ook niet… Niet zeuren is ook zo’n regel waar we ons aan te houden hebben.

Dus mekkeren we niet en maken we nieuwe plannen. Dat er ondertussen een soort interne mentale veenbrand woedt, die van zuurstof en brandstof wordt voorzien door ‘keurig’ onderdrukte verlangens naar het ‘echte werk’, negeren we. We vertellen elkaar dat er altijd opties zijn. Dat we geluksvogels zijn, dat we dit kunnen en mogen doen. Dat deze reis ook prachtig is.

Daar gaan we

Dus fietsen en wandelen we in Limburg, verkennen we Wenen veel grondiger dan we ooit hadden kunnen bedenken, zoeken we de rust en herstel in Hongarije terwijl we die vinden aan de Donau in Emmersdorf*. Logeren we een aantal dagen in Spittal an der Drau in een belegen pension boven de vette walm van de ‘onvolprezen’ Oostenrijkse keuken, omdat onze tent op leeftijd niet meer de paraplu is die hij ooit was en gaan we naar de volgende overvolle blikcamping in Kaprun aan de voet van de Großglockner omdat we verlangen naar de stilte van het hooggebergte.

We vinden

Wat we vinden is een volledig verkracht berglandschap vol mensen, mensen, mensen en vooral heel veel mensen, die allemaal tegelijk hier willen zijn. We willen allemaal die piekervaring, we willen het nu en we willen het hier. Het berglandschap lijkt hier verdorie wel een soort Utrecht Centraal op de drukste dag van het jaar, waar we ons met treintjes en baantjes tot grote hoogtes laten vervoeren. Selfie in de sneeuw en hoppekee weer naar benee voor ijs, bier en worst (en voor Marike smakeloze Kaiserschmarrn). En dat was dat. We hebben geen zin meer in het hoogseizoen. We zijn het beu. Het is alsof we al maanden op zoek zijn naar een plek waar het stil is, waar ruimte is, waar we naar binnen kunnen keren, zodat we weer naar buiten kunnen gaan. We gaan naar huis. Alles is er

Het heeft even geduurd, maar we zijn weer thuis. Voelen ons verkwikt en hebben geleerd dat alles er is. Misschien heeft juist deze ervaring ons geleerd dat het leven niet maakbaar is en dat we ook niet alleen maar zijn overgeleverd aan de grillen van het leven, dat we kunnen kiezen hoe met die grillen om te gaan, dat we mogen stilstaan bij onze ervaring, ook wanneer er stemmetjes zijn die zeggen dat we niet moeten zeuren, dat we aan onszelf en elkaar voorbij lopen (fietsen) wanneer we alleen maar hard werken om het de ander naar de zin te maken. We zijn weer thuis bij onszelf en thuis bij elkaar, onze reis gaat verder met alles erop en eraan: waar we lopen is de weg. Dat doet denken aan het labyrint dat we vonden in Emmersdorf. Een verstild plekje aan de Donau.

*Labyrint

In de buurt van Emmersdorf is door de hele gemeenschap samen een steenlabyrint aangelegd. Niet zo'n doolhof waar je de weg moet zoeken, maar een eeuwenoud symbool van de levensweg. Het

brengt je hoe dan ook in het midden. Het is bijzonder om te doen. Soms heb je het gevoel dat de weg weer helemaal terug gaat naar het begin, dan weer zijn er scherpe wendingen, waarbij je een hele andere kant lijkt op te gaan. Het enige dat je zeker weet is dat als je blijft bewegen je uiteindelijk in het midden uitkomt. Vanuit het midden kom je daarna ook weer bij het begin uit. Hier zeggen ze: de weg naar het midden is de weg naar het hart, de weg terug is de weg naar de liefde. En dat gaat eindeloos zo door, net als bij een pelgrim: loslaten, ontvangen en toelaten. In eindeloze kronkels, altijd naar het hart en terug naar de liefde. Mensen lopen het labyrint om antwoorden te vinden, of om vragen te stellen, om een keerpunt te vinden, om om te draaien en toch verder te komen. ‘Het leven is een voortdurend wandelen in het labyrint. Aankomen en weer weggaan. Het midden vinden en haar weer verlaten Om moeten keren en toch steeds verder komen.’

Ik kom nog terug op het Labyrint. Al jaren speel ik met het idee om samen met een groep enthousiaste mensen ergens in (de buurt van) Beijum een labyrint aan te gaan leggen.

We vervolgen onze weg

Tent wordt thuis, de Donau wordt het Reitdiep, de Großglockner wordt het vlakke, lege Groningse land. Hier vinden we loutering en verkwikking. Terug ien’t loug, zoals de Grunnegers dat zo mooi zeggen. We zijn terug bij het begin. De reis is rond. Thuis vinden we ons vertrekpunt weer. Thuis bij onszelf, thuis bij elkaar, onze reis gaat door.

Lange verhalen worden korte stukjes

Dit is het laatste (lange) verhaal van onze sabbatical in coronatijd die begon begin mei en ons weer thuis bracht eind augustus. Terug in Beijum. Geen lange verhalen meer over een stel dat gaat fietsen.

Vanaf komende maandag schrijf ik op Beijumnieuws korte wekelijkse stukjes waarin de mens centraal staat over Beijum, Groningen en Ommeland: Jan & Alleman.

Geen opmerkingen: