woensdag 31 maart 2021

RUIM VIJF JAAR BEIJUMBORG LOOPT TEN EINDE

 Hij begon in het najaar van 2015 met zijn eerste column op Beijumnieuws.

Daarvoor stelde de toen nieuwbakken columnist zich voor

Normaal gesproken is de herfst het jaargetijde van vergankelijkheid en loslaten, maar op deze laatste dag van de lentemaand maart, in de eerste week van de zomertijd, vliegt hij hier definitief het Beijumborg-nest uit.

 Loslaten. In Paddepoel wonen. Dag Beijum. 

Han Borg is zijn naam, na zijn laatste inbreng, vanavond om 18.00 uur, stopt hij na 191 afleveringen Beijumborg. Onderaan column nummer 190 legt hij uit waarom hij stopt.

Han, wat vond je het leukst aan ruim vijf jaar Beijumborg schrijven?
Misschien wel het pure schrijven zelf. Ooit had ik het plan om een roman te schrijven, maar na een paar halfslachtige pogingen kwam ik er achter dat zo'n 'mega-klus' niets voor mij is. Ik ben meer iemand voor het kleine verhaal, voor de kortebaan, zogezegd. Als lid van een schrijfclub met vijf anderen zit ik iedere zes weken achter mijn laptop om over een van tevoren opgegeven thema een verhaal van maximaal één A4 te schrijven, vaak ook nog met een technische opdracht erbij. We lezen die verhalen aan elkaar voor (nu gaat dat per 'zoom-meeting', maar normaal gesproken doen we dat bij iemand thuis) en we leveren elkaar ongezouten kritiek. Heel erg leuk om te doen, en in afgeleide vorm is het dus ook een genot geweest om de Beijumborg week-in-week-uit te hebben mogen vullen. 

Wat ga je na je laatste column op woensdag het meeste missen?

 Als ik een narcist zou zijn (en ik geef toe: ik heb best wel narcistische trekjes), dan zou ik moeten zeggen: een podium om mijn mening te verkondigen. Maar er zijn zoveel podia waar je dat kunt doen: denk alleen al aan Facebook. En als je wilt dat je mening er echt toe doet, dan schrijf je een ingezonden stukje in een kwaliteitskrant. Of een 'ikje' (een ultrakort verhaaltje over een persoonlijke belevenis) in de NRC. Laat me besluiten met een ooit gepubliceerd 'ikje', waar ik nog steeds trots op ben. Het gaat nota bene ook nog over Beijum, en wel over de bushalte bij de Jensemaheerd. 

Bij de bushalte in de wijk waar ik woon, wacht ik op de stadsbus naar het station. Telkens hoor ik dat bliepje dat afgaat wanneer je incheckt met je ov-kaart. Maar in geen velden of wegen een bus te zien. "Bliep!", en even later weer '"bliep!" - zeker twintig keer.
Ik draai me om en zie een vogelkooi op het balkon van het lage flatgebouwtje achter me. Daarin zit een grote grijze papegaai. "Bliep!" Het beest heeft precies de goede toonhoogte te pakken, zo blijkt als ik enkele minuten later de bus instap en mijn ov-kaart bij de automaat presenteer. <Han Borg> 

Deze blogger dankt de maestro hartelijk. Wellicht, hopelijk,  levert hij nog een keer een losse bijdrage.

Geen opmerkingen: